Verhalennest: verhalen schrijven voor kinderen

Zo schrijf je de perfecte openingszin

Is de eerste zin van een boek belangrijk? Erna komen nog zoveel woorden die een eventuele belabberde openingszin weer kunnen compenseren, toch? In principe wel, maar als je eerste zin je lezer niet uitnodigt om verder te lezen, zullen de zinnen daarna nooit gelezen worden. Hoe goed ze ook zijn. Wat is een goede openingszin? Hoe begin je met het schrijven van een kinderboek? Je leest het hieronder.

Zo schrijf je een goede openingszin

Lisette Jonkman schrijft in ‘Schrijven kreng!’ het volgende over een goede eerste zin:

Het gaat er niet om dat je eerste zin mooi is; hij moet in eerste instantie vooral functioneel zijn voor het verhaal. Hij moet boeien, prikkelen, nieuwsgierig maken of verwonderen – en als het even kan, al die dingen tegelijkertijd.

Zes tips voor een gouden openingszin:

  • Begin met actie of spanning: je lezer belandt hierdoor direct in het verhaal en hoort graag hoe het verder gaat. “Met een gil sprong Elmer de vieze sloot in.
  • Vertel iets over de hoofdpersoon: door direct iets over de hoofdpersoon prijs te geven, creëer je vanaf het begin een band tussen de lezer en de hoofdpersoon. Dit moedigt aan om verder te lezen. “Peter kon met dieren praten, maar niemand geloofde hem.”
  • Begin met een quote of bewering: hiermee zet je direct de toon en maak je de lezer nieuwsgierig naar het verhaal achter de quote of bewering. “Monsters bestaan, ik heb er zelf één gezien.
  • Begin met een vraag: een ongewone vraag trekt de aandacht en wekt de nieuwsgierigheid van de lezer. Daarnaast bepaalt het de sfeer van het boek. “Hoe kon er midden in het bos een briefje met daarop mijn telefoonnummer liggen?
  • Gebruik een ander format: je kan je boek beginnen met een brief, radiofragment of een stuk dagboek. Dit zet de sfeer en het kan iets persoonlijks hebben; alsof de lezer een geheim ontdekt. “Lief dagboek – Het is gelukt: mijn geheime machine werkt!
  • Begin NIET met een uitleg: een openingszin moet nieuwsgierig maken. Het is daarom geen goed idee om te beginnen met een uitleg van iets dat later pas aan bod komt. Open juist met zo weinig informatie mogelijk, zodat de lezer verder wil lezen om uit te vinden wat er precies speelt.

“In het centrum van Ruiterstad stond een oude manege waar een professor ooit experimenten uitvoerde met chemicaliën. Vorig jaar ging er iets vreselijk mis: door een ongeluk lekte een onbekende stof op het voer van de paarden en sinds die dag werden alle paarden geboren met twee hoofden in plaats van één.

Voorbeelden van openingszinnen

Ter inspiratie hieronder enkele openingszinnen van kinderboeken:

Gozert van Pieter Koolwijk:

“Het was een prachtige middag. Een dag waarop het leek alsof de zomer zich had vergist en op een lentedag tevoorschijn was gekomen. Een dag waarop ik niet thuis wilde zitten. Zeker niet als mijn ouders een boos telefoontje konden verwachten van een heksenjuf. Nee, dan ging ik liever eerst nog iets leuks doen. Dus gingen we op trollenjacht!”

De eerste zin is wat saai, maar al snel houdt de tekst me in zijn greep. Wat heeft de hoofdpersoon gedaan dat zijn ouders een boos telefoontje kunnen verwachten? En waarom is zijn juf een heks? En wat wordt bedoeld met trollenjacht? Deze opening smaakt naar meer!

Dolfje Weerwolfje; Volle maan van Paul van Loon

‘Blijf staan jij!’ Dolfje Spaan bleef niet staan. Hij keek niet om naar de man die hem in het donker achtervolgde. Hij rende gewoon door, zo hard als hij kon.

We vallen vol in de actie! Wie achtervolgt Dolfje en waarom? In het donker ook nog; dit is een heel spannend begin!

Films die nergens draaien, Yorick Goldewijk:

Cato was twaalf toen haar vader zei dat ze maar eens volwassen moest worden. Hij zei niet vaak iets tegen haar, dus op zich vond ze dit al heel bijzonder. Maar het was natuurlijk wel jammer dat hij dan zoiets onzinnigs uitkoos om te zeggen.

Een opening die nieuwsgierig maakt. Waarom praat Cato’s vader zo weinig met haar en waarom vindt hij het belangrijk dat ze volwassen wordt? Wat is er gebeurd? 

De Gorgels, Jochem Myjer:

Melle werd wakker. Niet door de regen die op de ramen tikte. Ook niet door de wind die buiten een fluitconcert gaf. Hij werd wakker omdat hij voelde dat hij niet alleen was.

Hier wil ik meer van weten! Wie of wat bevindt zich in Melle’s slaapkamer? Is het iets goeds? Of iets fouts?

Beginnen hoeft trouwens niet met het begin

Als het niet lukt om een goede eerste zin of een goed eerste hoofdstuk te schrijven, kun je natuurlijk ook eerst een ander hoofdstuk schrijven. Yvette Jonkman schrijft hierover:

Als je niet weet hoe je het verhaal moet beginnen, start je gewoon middenin de scène die je het liefst wilt schrijven. Dat je daar nu begint wil nog niet zeggen dat dit voor altijd en eeuwig de volgorde blijft waarin je verhaal gelezen moet gaan worden. Niets ligt nog vast; later kun je altijd nog gaan schuiven.

Kortom

Een goede opening van je kinderboek is belangrijk. De opening maakt je lezer nieuwsgierig en nodigt uit om verder te lezen. Je eerste zin moet functioneel zijn, prikkelen en nieuwsgierig maken. Goede manieren om een boeiende openingszin te schrijven zijn onder andere: midden in een actie vallen, het onthullen van iets over de hoofdpersoon of beginnen met een quote.