Voor het vierde jaar op rij hebben Hebban en De Grote Vriendelijke Podcast samen een lijst gemaakt van de allerleukste, spannendste en mooiste kinderboeken ooit. Deze lijst is gebaseerd op stemmen van bijna 4000 lezers. Wat zijn de beste kinderboeken die er zijn?
Beste kinderboeken
Er staan 100 boeken in de lijst: van oude klassiekers tot gloednieuwe boeken, waar de inkt nog bijna nat van is. Er staan veel boeken van Nederlandse schrijvers in, maar ook een paar mooie vertalingen van boeken uit andere landen. Hieronder vind je de top 10 van beste kinderboeken.
Films die nergens draaien
Yorick Goldewijk, 2021
“Cato was twaalf toen haar vader zei dat ze maar eens volwassen moest worden. Hij zei niet vaak iets tegen haar, dus op zich vond ze dit al heel bijzonder. Maar het was natuurlijk wel jammer dat hij dan zoiets onzinnigs uitkoos om te zeggen. Cato was nog een kind en ze hoefde nog lang niet volwassen te worden. En ze zou in ieder geval nooit volwassen willen worden zoals hij dat was.”
Mot en de metaalvissers
Sanne Rooseboom (2022)
“De week waarin Mot een duikboot vond, begon redelijk normaal. Saai zelfs. Dat was niet zo gek. Er moest nog heel wat gebeuren voordat ze haar grote vondst zou doen. Ze had nog niet eens een magneet. Mot was bezig haar kamer op te ruimen. Haar moeder hielp mee, dat beloofde nooit veel goeds. Ze zat in kleermakerszit, met een kaarsrechte rug, op Mots bed en wees wat er allemaal weg kon.”
Lampje
Annet Schaap (2017)
“Een eiland dat nog een beetje vastzit aan het vasteland, als een losse tand aan een draadje, heet een schiereiland. Op dit schiereiland staat een vuurtoren, een hoge grijze, die ’s nachts zijn licht rond laat gaan over de kleine stad aan zee. Zo zorgt hij ervoor dat de schepen zich niet te pletter varen op de rots, die daar zo onhandig ligt in het midden van de baai.”
Gozert
Pieter Koolwijk (2022)
“Het was een prachtige middag. Een dag waarop het leek alsof de zomer zich had vergist en op een lentedag tevoorschijn was gekomen. Een dag waarop ik niet thuis wilde zitten. Zeker niet als mijn ouders een boos telefoontje konden verwachten van een heksenjuf. Nee, dan ging ik liever eerst nog iets leuks doen. Dus gingen we op trollenjacht! Samen met Gozert wandelde ik langs de slootkant, op zoek naar het dunne balkje.”
De jongen die van de wereld hield
Mark Janssen (2023)
“De middag dat Adam op aarde verscheen sneeuwde het. Sommige vlokken vielen in de Naber, de rivier die Paznau in tweeën snijdt. Andere landden op de stenen brug. Een jongeman haastte zich de brug op, zijn handen diep in de zakken van zijn dunne jas. Een jonge vrouw kwam hem tegemoet, de kraag van haar jas opgezet.”
Briefjes voor Pelle
Marlies Slegers (2020)
“‘Hoi Pelle’. Dit zijn de eerste woorden die mijn dode vader aan mij schrijft. Het is het briefje waar een I op staat. Mensen gaan nu eenmaal dood en mijn vader is daar geen uitzondering op. Een jaar geleden stierf hij. Sommige mensen gaan dood door een verkeersongeluk. Anderen zijn al dood voordat ze geboren worden. En weer andere mensen -maar dat zijn er niet veel- sterven pas na hun honderdste verjaardag.”
De brief voor de koning
Tonke Dragt (1962)
“Dit is een verhaal van lang geleden, toen er nog ridders waren. Het speelt zich af in twee koninkrijken: het land van koning Dragonaut ten oosten van het Grote Gebergte en het land van koning Unauwen ten westen van het Grote Gebergte. Zo heten ook de hoofdsteden van de twee rijken: de Stad van Dagonaut en de Stad van Unauwen. Er wordt ook gesproken van een ander land, maar daarover valt nu nog niets te vertellen.”
Kruistocht in spijkerbroek
Thea Beckman (1973)
“‘… en dit,’ zei dr. Simiak, ‘is dan de materietransmitter.’ Dolf Wega was behoorlijk onder de indruk. Hij keek met ontzag naar het geweldige apparaat dat de gehele achterwand van het laboratorium besloeg. Overal op de vloer lagen dikke, goed afgeschermde kabels. Dolf zag ook nog een hoog paneel met lampjes, knoppen, hendels – alles voorzien van onbegrijpelijke cijfers en tekens.”
Pluk van de Pletteflet
Annie M.G. Schmidt (1971)
“Pluk had een klein rood kraanwagentje. Hij reed ermee door de hele stad en hij zocht naar een huis om in te wonen. Af en toe stopte hij. En dan vroeg hij aan de mensen: ‘Weet u niet een huis voor me?’ Dan dachten de mensen even na en zeiden: ‘Nee.’ Want alle huizen waren vol. Eindelijk reed Pluk naar het park. Hij zette z’n wagentje tussen twee bomen en ging op een bankje zitten.”
Vandaag houd ik mijn spreekbeurt over de anaconda
Bibi Duman Tak (2022)
“Hallo, ik ben een gewone poetsvis en vandaag houd ik mijn spreekbeurt over de haai. Haaien staan bekend als echte rovers: ze vreten aan de lopende band vissen en inktvissen. Wij poetsvissen zien ze soms als torpeda’s achter hun prooien aan door het water jagen”.