Oever – recensie
Ludwig Volbeda
Wat een mooi debuut heeft Ludwig Volbeda met Oever afgeleverd! Het boek werd vorig jaar al bekroond tot Regenboogboek van het jaar en mocht dit jaar ook de Woutertje Pieterse Prijs mee naar huis nemen voor het beste oorspronkelijk Nederlandstalige kinder- of jeugdboek.

Het verhaal draait om Jip, een introvert en dromerig meisje dat meivakantie heeft. Als huiswerk krijgt ze een ogenschijnlijk simpele tekenopdracht: maak een zelfportret. Klinkt eenvoudig, maar voor Jip is het een enorme uitdaging, hoewel ze heel goed kan tekenen. Haar gedachten leiden haar af. Ze twijfelt aan zichzelf en aan wie ze is. Zelf zegt ze: “Ik ben het restje.”
Het verhaal is opgebouwd uit brieven in losse, luchtige stijl. Geen lappen tekst, maar korte, speelse fragmenten die je meenemen in Jips hoofd. Jip schrijft aan de jongen in haar klas op wie ze denkt verliefd te zijn. In haar brieven komen vaak dezelfde thema’s terug: de ijzige sfeer in huis, haar liefde voor insecten en haar herinneringen aan Oever: haar voormalige beste vriend.
De tekst is speels, soms kort en humoristisch, soms dromerig en poëtisch. De vele mooie en gedetailleerde illustraties maken het boek extra aantrekkelijk, ook voor jonge lezers die misschien minder snel naar een boek grijpen.

Oever is een mooi, kwetsbaar en subtiel boek dat de twijfels en gedachten van een zoekende puber ontroerend en geloofwaardig weet te vangen. Wat mij betreft een terechte prijswinnaar en een aanrader!
Titel: Oever
Auteur: Ludwig Volbeda
Illustrator: Ludwig Volbeda
Uitgever: Querido
Eerste druk: 2024